Als er iemand iets over vrijheid kan vertellen is het waarschijnlijk wel Henk de Velde. Deze zeezeiler voer zes keer rond de wereld. In zijn boek De Zee, mijn leven vertelt hij over zijn reizen. Op 3 maart rijd ik naar de haven in Kampen. In de omgeving waar hij opgroeide is Henk met zijn schip Solitario neergestreken.
Op de uitkijk
Henk staat al op de uitkijk. Hij bestudeert de kapriolen van een rode buurtkater op de kade terwijl ik aan kom lopen. Ik ontmoet een hartelijke man en voel me meteen op mijn gemak. Na het uitwisselen van koetjes en kalfjes zet Henk oploskoffie. We eten worstenbroodjes die ik meenam uit mijn geboortestreek. Ik vraag Henk of hij zich vrij voelt. ‘Als ik met mensen over vrijheid praat, krijg ik vaak terug dat ik vrij ben en alles doe wat ik wil. Het is voor mij precies andersom. Vrijheid is dat je niet hoeft te doen wat je niet wilt. Ik hoef niet te doen wat ik niet wil. Dát vind ik vrijheid.
’Wat wil jij niet? Wat betekent vrijheid voor jou? ‘Ik heb er nooit bewust over nagedacht waarom ik die vrijheid zocht. Dat is allemaal het volgen van mijn hart geweest. Waarom ben ik gaan varen en waarom ben ik de wereld ingegaan terwijl mijn hele familie nog nooit Nederland uit was geweest? Ik maak mijn eigen keuzes en accepteer de consequenties. Vrijheid is het accepteren van je keuzes en het accepteren van de consequenties van die keuzes. Ik heb nooit iets tegen mijn zin gedaan. Ik zei ooit dat ik nooit meer terug zou komen naar Nederland. Daar ben ik op teruggekomen. Terugkomen op iets is ook weer een keuze.’
Henks favoriete boek: de atlas
Als kind kijk je hele dagen in de atlas. Al snel teken je de wereldbol uit je hoofd. Van je eerste verdiende centen met tomaten plukken koop je een kortegolfradio. Je vader vraagt zich af wat je moet met dat ding. ‘Dan kon ik horen wat ze in China zeiden. In mijn atlas wees ik China aan. Aan de kustvaarders die passeerden in Kampen vroeg ik altijd waar ze heen gingen en waar ze vandaan kwamen. Ik zag die scheepvaart en ik dacht, zo kan je de wereld zien!’
Op je veertiende wil je niet meer naar school en weet je: ik ga varen, ik ga weg, ik ga de wereld zien. ‘Ik ben mijn verstandige ouders tot op de dag van vandaag dankbaar. Papa en mama hebben het natuurlijk samen over mij gehad. Wat moeten we met die jongen? Mijn ouders hadden nog nooit de zee gezien. Mijn vader stapte naar het arbeidsbureau om te vragen hoe dat gaat met zo’n jochie dat wil varen. Hij bracht me met de trein naar Antwerpen en liet mij daar op zo’n schip achter. Dat is nogal wat. Ik heb nu een zoon van bijna veertig, die is ook vijftien geweest. Wat zou mijn vader gedacht hebben in de trein terug naar Nederland?
Of zijn ouders hem zonder slag of stoot lieten gaan, weet Henk niet goed meer. Eén keer rolt hij met zijn vader over de grond tot groot verdriet van zijn moeder, maar het blijft bij die ene keer ‘vechten’. ‘Er zal vast wel het een en ander ooit zijn voorgevallen. Mijn zus noemde mij altijd al koppig. Maar ik kan me niet herinneren dat ik er echt aan heb moeten trekken om te kunnen varen.’
Gevoel van vrijheid
Op een gegeven moment ontdekte je dat vrijheid voor jou belangrijk is. Hoe werd je je daar bewust van? ‘Telkens wanneer ik terugkwam van een lange reis merkte ik een beperking van mijn vrijheid. Aan wal voel ik me in mijn vrijheid beperkt. Ik noem dat de terreur van de voordeur. Je gaat ergens wonen. Die woning is jouw microwereld. Je gaat ‘s morgens de deur uit en je komt ‘s avonds na je werk weer terug. Met mijn kleine boot op zee zet ik mezelf in mijn eigen gevangenis. Dat kunnen anderen de terreur van de boot noemen. En toch heb ik zo gauw ik op zee ben in mijn bootje, en er niet vanaf kan, dat gevoel van vrijheid.’
Beperking van vrijheid
‘Ik heb een paar winters in Roggebotsluis gelegen. Dan is daar niemand. Geen havenmeester. Alles is gesloten. Als ze bij mij wilden komen, moesten ze me bellen want ik had de sleutel van het hek. Ik voelde me daar heerlijk vrij. Daar moet ik aan wennen in de haven waar ik nu lig. En dat ligt niet aan de mensen, want die zijn vriendelijk en die lopen de deur niet bij je plat. ‘s Avonds zit ik hier een beetje in het licht en lopen er een paar mensen langs. <red. Henk staat op en doet gordijntje dicht> Die mensen kunnen naar binnenkijken. Dat vind ik een beperking van mijn vrijheid. Ik noem dit de kleine vrijheid.’
Grote vrijheid
Je maakt onderscheid in kleine en grote vrijheid. ‘Onze generatie heeft een geweldige tijd. We hebben geen oorlog meegemaakt. Natuurlijk is er in deze tijd ook veel rotzooi op de wereld. Op al mijn reizen gebeurde er wel wat. Tijdens 9/11 zat ik bij de kapper in Reykjavik. Die kapper zegt tegen me They attacked the US. Ik had geen idee wat hij bedoelde. Dat hoorde ik later pas op de radio. Al die gebeurtenissen zijn beperkingen voor de mensen.’
‘Ik ben een wereldreiziger en ik ben in meer dan honderd landen geweest. Ik ga niet zeggen wat goed of slecht is maar ik heb wel verschillen gezien. Met het Libië van Gadaffi en de puinhoop die het daar nu is. Ik zat midden op het terras in Latakia, Syrië, waar moslims geen alcohol mogen hebben. Onder de tafel kregen we een pilsje in onze handen geduwd. Dat gebeurt nu nog. Maar wij mensen laten ons ook beperken met allerlei ‘vrijheden’ die we ervoor terugkrijgen.’
De mens laat zich beperken. Kun je dat toelichten? ‘Sinds ik 65 ben en AOW heb, ben ik afhankelijker van Nederland dan ooit. Ik moet ervan leven. Voor mijn 65e moest ik mijn eigen centen verdienen. Dat is de economie. Als ik nu wegga uit Nederland zonder adres waar ik ingeschreven ben, dan krijg ik niets meer. Dus je bent afhankelijk van. Je beperkt je en je krijgt er een vrijheid voor terug.’
Eigen keuzes maken
Je kan er ook voor kiezen om weg te gaan en je eigen geld te verdienen.
‘Dat is op mijn leeftijd moeilijker. Ik heb in mijn leven vier gesponsorde projecten gedaan. Dan sta je in dienst van die sponsor. Als je 72 bent zoals ik, dan krijg je geen sponsors meer. Ik heb het nog één keer geprobeerd. Ik wilde als 70-jarige meedoen aan de Route du Rhum, een non-stop solo-zeilwedstrijd over de Atlantische Oceaan. Dat heb ik niet voor elkaar gekregen.’
‘Dat is balen maar zo voel ik het niet. Het was mijn keuze om terug te komen naar Nederland. Eigen keuzes maken is voor mij heel belangrijk. Ik heb deze boot gekocht. Waarom deze boot? Ik kan met mijn 1.85 meter rechtop in dit scheepje staan. En ik kan ermee naar Spitsbergen en Galicië. Dat zijn beslissingen die ik onderweg al nam toen ik in Japan was en vertelde dat ik naar huis ging.’
‘Noorwegen vind ik het mooiste land in Europa en met Galicië in Noordwest-Spanje heb ik ook wat. Die plekken zijn heel goed te bereizen met dit schip. Ik accepteer dat ik nu niet meer naar die paradijselijke eilandjes ga in de Pacific. Dat is een gevolg van de keuze die ik heb gemaakt om terug te komen. Vrijheid is het accepteren van mijn keuzes en de gevolgen daarvan. Ik heb altijd honderd procent achter mijn eigen keuzes gestaan.’
Sponsors zoeken
Als 15-jarige jongen kies je voor het varen om de wereld te zien. Het varen bevalt je goed, al was je de eerste keer zeeziek. Je gaat in Amsterdam naar de zeevaartschool, je wordt zeeman en later kapitein. Voor je projecten om de wereld rond te zeilen zocht je sponsors, hoe vond je dat om te doen?
‘Een sponsor zoeken heb ik wel moeten leren. Elk bedrijf dat groot adverteerde in de Telegraaf schreef ik aan. Ik schreef 280 brieven om sponsors te vinden. Toen mocht ik bij de CEO van de PTT, Wim Dik, langskomen. Ik had een prachtige folder gemaakt en die man bladert erdoorheen. Ik zit tegenover hem en hij zegt: Meneer de Velde, we gaan je niet sponsoren. Je hebt een mooie folder gemaakt maar ik wil op één A4’tje lezen wat wil je, wat kost het en wat heb ík eraan? Die man die leerde me dat. Bakkie koffie gedaan en een half uur later stond ik weer buiten.’
‘Op de een of andere manier dacht die man ik ga hem zeggen hoe hij dat aan moet pakken. Daarna maakte ik nog steeds een mooie folder maar nu met een A4’tje erbij. Ik vond een sponsor en bij m’n tweede project kwam ik bij Zeeman terecht en zat ik tegenover de directeur, Jan Zeeman. In een week had ik de sponsoring voor elkaar.’
Je zocht steeds één grote sponsor. ‘In Frankrijk is zeilen een nationale sport. Daar deden ze al veel meer aan sponsoring. Ik zag een boot voorbijkomen met de naam Bonduelle. Die boot viel op. Je kunt wel tien namen op een boot zetten maar dan valt geen één sponsor meer goed op.’
Je nieuw te bouwen catamarans werden volkomen getransformeerd tot Zeeman, C1000 en Campina. Dan hebben we het over sponsorgelden van 500.000 gulden tot 1,5 miljoen euro. Tegenwoordig moet je denken aan budgetten van rond de 7 miljoen. Hoe leefde jij in die tijd? ‘Als er een beroep op mijn paspoort moet staan, dan staat er zeeman. Dat is mijn werk geweest. Het waren geen vakanties. Ik ging ook niet even een weekendje lekker zeilen. Ik was met een project bezig. Het doel was de reis afmaken zonder schuld en dan weer vanaf nul opbouwen naar een volgend project. Tijdens de reis wist ik al wat mijn volgende project zou worden. Onderweg groeide een nieuw plan.’
Lage lasten
‘Tussen de reizen door had ik hele lage lasten. Vaak betaalde ik geen huur. Ik kocht een caravan en stond daarmee ergens op een werf. Ik leefde met een project mee. Mijn boekhouder zei weleens: die Henk die verzamelt geld en dan maakt hij het op. Je valt elke keer in een gat nadat een sponsorperiode is afgelopen. Daarom ben ik lezingen gaan geven aan watersportverenigingen. Tegenwoordig ga ik ook bij veel bedrijven langs om medewerkers te motiveren en te inspireren met mijn verhaal. In dat verhaal zeg ik ook altijd dat je plannen moet maken maar dat je aan alleen een plan niets hebt.’
Je nam ook risico’s. ‘Dat is weer het accepteren van de consequenties. Ik ben ooit teruggekomen met een flinke schedelbasisfractuur. En ik ging toch weer. Mijn goede vriend Rutger is verdronken tijdens de tweede reis. Ik ging toch weer verder op diezelfde boot. Mijn woonboot in Harderwijk verkocht ik voor 16.000 gulden. Ik had een boot van de Engelse zeezeiler Robin Knox-Johnston op het oog. Robin zeilde als eerste solo non-stop rond de wereld. Ik huurde zijn boot voor vier maanden. Die legden we voor het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, een prachtige plek om sponsors te ontvangen. Sir Robin Knox-Johnston zag die plek en hij zei tegen me dat ik het voor elkaar ging krijgen. Dat gaf mij een gevoel van vrijheid.’
Niet gevoelig voor kritiek
Je hebt ook kritiek gekregen op je manier van werken en leven. Bijvoorbeeld toen je je zoon ‘achterliet’ om voorgoed weg te gaan. ‘Daar ben ik niet gevoelig voor. Dat is ook een gevoel van vrijheid. Ik heb 1001 adviseurs gehad. Van “Zou je dat nou wel doen?” tot “Je zal wel een kluizenaar zijn omdat je de hele tijd weg moet.” Maar er zit altijd wel een bij die je blijft onthouden. Zoals dat advies van Wim Dik. Ik werd een egoïst genoemd toen ik mijn zoon achterliet. Ik liet dat van me afglijden. Tegenwoordig leg ik mezelf ook niet meer uit. Ik ben gek op internet als informatiebron maar soms word ik gek van al die meningen. Ik doe er zo min mogelijk aan mee.’
Toekomst
Staat er nog iets op je bucketlist? ‘Niets. Heerlijk is dat toch. Ik wil 100 of 107 worden maar ik wil niets meer. Zoals de filosoof Jiddu Krishnamurti zegt There is great happiness in not wanting, in not being something, in not going somewhere. Ik ben een dankbaar mens. Met eten en een dak boven mijn hoofd. Met warmte en een handvol vrienden. Ik ben vrij.’
‘Als ik nu veertig zou zijn, zou ik geld inzamelen voor een trimaran. Een trimaran heeft drie rompdelen, een catamaran twee. Ik deed er destijds 119 dagen over om de wereld rond te varen. De recordtijd met een trimaran ligt nu op 42 dagen. Dat is niet te geloven! In de wereld zijn er maar vijf van zulke trimarans. Allemaal Franse. Er ligt er nu één te koop. Dat is misschien niet de snelste maar als dat ding heel blijft heeft die net zoveel kans om die 40 dagen te halen als die andere. Als ik veertig was, zou ik daar achteraangaan. Dan had ik mijn plan alweer klaarliggen.’
Je zoon Stefan woont en werkt om de hoek. Je vermaakt je elke maandagmiddag met je twee kleinzonen van 4,5 en 2 jaar oud. ‘Mijn kleinzonen willen als ze opa zien meteen mee naar buiten. Buiten zijn is ook vrij zijn. Het is wonderbaarlijk hoeveel ze al zelf willen doen op die leeftijd. Maandag was de jongste aan het klimmen en ik dacht ik zal ‘m eens helpen. “Nee opa, niet aan mijn voet zitten.”’
Buiten zijn is ook vrij zijn.
Volg je hart
We praten heel even over de huidige coronatijd, want daar hebben we het liever niet over. Over of de mensen vrijheid moeten hebben om zich wel of niet te laten inenten. Over de vrijheid om wel of niet bij elkaar over de vloer te komen. Een ultieme tip voor het creëren van je eigen vrijheid heeft Henk niet. Dat is voor iedereen anders. Hij heeft geen boodschap. Of misschien toch.
‘Volg je hart. Volg je gevoel. Heb je het gevoel dat het kan, doe het. Heb je het gevoel dat het niet kan, doe het niet. Dat is voor iedereen anders. Voor mij zijn doelstellingen heel belangrijk maar dat kan voor mensen ook een gevangenis zijn. Ik wil van de zomer heel graag naar Noorwegen maar ik denk dat alles nog dicht is. Ik heb besloten om heerlijk voor anker te gaan liggen bij die eilandjes hier in de buurt. Een beetje naar de vogeltjes luisteren. Een keertje rondvaren. Ik heb toch een klein doel gemaakt. Ik heb mezelf, ook in deze tijd, een klein doel gesteld.’
Geef een reactie